Wandeling zes tuinparken

Dit is een route over zes tuinparken in Amsterdam-Noord. Hieronder vind je de beschrijving van de wandeling over Tuinwijck, komend vanuit tuinpark Kweeklust (totaal 1150 meter).

Vanaf deze brug bent u op Tuinwijck. Aan het eind van het pad kunt u beslissen. U loopt ofwel rechtsom om “het puntje” te bekijken. Door steeds rechts te houden maakt u dan een wandeling van een driehoek waarbij u bij de ingang van dit deel van Tuinwijck uitkomt. Of u gaat naar links, dan is de wandeling zo een 250 meter korter. 

Als u naar links loopt richting de ingang van dit deel van Tuinwijck (“het puntje”) ziet u aan beide kanten van het pad grote groepen stinzenplanten, een paar esdoorns en een rode vlier. 

Dan steekt u de straat over. Let op, mensen rijden hier soms hard. 

U loopt op het hoofdpad tussen de parkeerplaats van Tuinwijck en het winkeltje van Tuinwijck. 

Even verderop is weer een hek en daar loopt u het park binnen. Vrijwel direct aan de linkerkant is de kas.). De kas is in het seizoen alle zaterdagen een paar uur geopend. Meestal tussen 10.30 en 12.30. 

Als u recht doorloopt (Even verderop) staat aan de rechterkant een stenen blauwe paalpunt om rechtsaf te gaan. Vlak na het insectenhotel. Maar kijkt u eerst even naar links, daar treft u de kantine en de kantinetuin. De tuin is in 2016 op de schop gegaan en wat eerst een heidetuin was is nu een grassentuin, geïnspireerd op de tuinen van tuinarchitect Piet Oudolf. 

  1. B. Als u het voedselbos (in ontwikkeling) wilt bezoeken kunt u het pad nemen gelijk na de kantine linksaf. Daar komt u vanzelf bij het voedselbos achter het hek. Deze wandeling loopt rechtsaf naar het achterpad van het park. De wandeling door het voedselbos is zo’n 300 meter door het hoge gras. Als u geluk heeft is het pad net gemaaid. Zo niet, dan is het gras vaak wel tot kniehoogte. U komt dan uit op het achterpad van het park en indien u naar rechts gaat op het achterpad en helemaal tot het eind doorloopt komt u vanzelf bij het eind van de wandeling op dit park uit. 

U kunt er ook voor kiezen het uitgestippelde wandelpad te nemen. In dit geval gaat u bij de stenen blauwe waterpaalpunt het pad naar rechts vervolgen. U ziet direct aan de linkerhand het gastenhuisje in opbouw. 

Bij tuin 78 kunt u de hoge Ginko Biloba zien, hoog boven de heg. De Japanse notenboom. Het is één van de oudste boomsoorten. Met een hoge sierwaarde vanwege haar apart gevormde blad en spectaculaire goudgele herfstkleur. Ook ziet u de Sequoiadendron Giganteum zoals aangegeven op het bordje bij de tuin. 

Op tuin 74 treft u een jeneverbes en op tuin 69 de Metasequoia. 

Bij de T-splitsing, paaltje 5, gaat u linksaf. Af en toe heeft u rechts doorkijkjes op de weilanden van Waterland en de Toren van Ransdorp.

Let even op het mooie graspad van het eerste linker laantje. In 2019 is in het belang van een verbeterde regenafvoer begonnen met het vergroenen van een aantal paden; vervangen van het grind door gras. 

Wat verderop loopt u iets naar links een stukje gemeenschappelijk groen door. Er bloeien bijvoorbeeld asters, geraniums, hosta’s en wolfsmelk. Hier is ook een boombankje om wat uit te rusten. 

Bij paal 7 gaat u linksaf. U kunt ook eerst even een blik werpen op het stuk algemeen groen dat speciaal is ingericht voor de vlinders. Het deel gelijk achter het paaltje. 

Bij de eerste bocht loopt u bij paaltje 8 rechtdoor i.p.v. dat u de bocht volgt. U loopt nu langs de wilgentakkentunnel voor de kinderen en de speelweide. Waar paaltje 9 staat loopt u de heemtuin in. De tuin vol inheemse planten. U kunt linksom over het paadje lopen naar de twee prachtige Moerascipressen aan de overkant van het water. Rechtsaf over het paadje loop je naar de steiger, die wordt op dit moment gerestaureerd. Nog vóór de steiger is er een bankje bij het water. U heeft hier zicht op het vogeleiland. Dit vogeleiland is zo ingericht dat er geen mensen op komen. Zodat de typische vogels van Waterland hier in alle rust kunnen broeden. Zoals de ransuil, tjiftjaf, grasmus, mees, braamsluiper, fitis, groenling of het puttertje. 

Bij paaltje 10 kunt u langs de Moerascipressen het rododendronbosje doorlopen. Er zijn een paar nestkasjes voor de vleermuizen aan de Cipressen bevestigd. Bij het bruggetjes kunt u het hoofdpad op. Daar ziet u paaltje 11 al langs de weg staan. Nu volgt een stukje wandeling waar je de tuinen goed kunt zien. Zo zie je ook hoe verschillend wordt getuinierd. Kijk bijvoorbeeld naar het verschil tussen een gecultiveerde tuin en de daarnaast gelegen natuurtuin/ moestuin. 

Op de Y splitsing aan het eind zie je rechts weer stukjes gemeenschappelijk groen. Stukjes 148, 149, 150 en 151. Een deel van de tuinders is individueel verantwoordelijk voor het onderhoud van een stukje algemeen groen. Je treft diverse siergrassen, fuchsia, blauwe bes, diverse Heuchera soorten, Ligularia Przewalski, Carex, Geraniums, Calendula etc. 

Terwijl hier tegenover op tuin nr. 189 de Frangula Alnus staat. Oftewel de Vuilboom/ Sporkehout. Hier komt het woord sprokkelhout vandaan omdat het hout zo lekker brandt. Deze boom is één van de weinige plaatsen waar de citroenvlinder haar eitjes op afzet. Ze trekt veel bijen aan en andere insecten omdat ze nectarrijk is. Naast de Vuilboom staat een rode Sneeuwbalspirea. 

Bij stukje 151 kunt u bij nr.13 rechtsaf het pad in, ook een groen pad. Dan volgt het eerste naar links bij nr. 14 het paadje naar een bruggetje. Hierna weer naar rechts loopt u naar het einde van het park. 

Als u bij het hek aankomt aan het eind van het park loopt u naar buiten en dan gelijk links het bruggetje over. Na het bruggetje gaat u naar links weer een bruggetje over. Gelijk hierna vind je de zij ingang van Tuinpark de Molen. U kunt het hek open maken, deze is in het seizoen niet op slot. Hier vervolgt u de route.